Gloei Illustratie

Gloei, de podcast

  • Artwork voor aflevering 5

    5. Helena Hoogenkamp

    • 29 december 2021
    • 00:46:00

    Helena Hoogenkamp (alle voornaamwoorden) is schrijver, performer, dichter, en heeft een bijzonder jaar achter de rug: haar debuutroman verscheen, ze onderging een ingrijpende operatie en kwam uit voor haar non-binairiteit. Een gesprek over tijgerpakjes en zwaarden, over jezelf zien en gezien worden en… bestaan we eigenlijk wel?

     

    LINKS

     

    GEDICHT

    Iduna Paalman (zij/haar) debuteerde in 2019 met de poëziebundel De grom uit de hond halen en in 2022 komt haar tweede bundel uit. Ze werkt ook als docent Duits, als presentator en interviewer.

    ———

    TERUGVORDERING

    We willen de klap, we aanbidden de klap, de touwige

    schommel, de klap raakt je bijna, niet boos, wat wil je

    de stervende zeggen: verstop je beter, duw de grap

    in de opperhuid van de bank? De handhaver gaat uit wandelen

    krijgt meerdere high fives, duikt en ontduikt en brandt geen vinger

    herkent zich niet in de portetten, dat schikt: jij ook niet. Hoe leg je

    iets bloot dat nooit in vindbare zin heeft bestaan, de dokter heft

    zijn hand: jij krijgt de mooiste borsten, niet bang zijn je lichaam

    wordt zoals het was, je lichaam zal terugkomen het lag zo mooi

    uitgewaaid over de motorische mogelijkheden, wij zijn niet hetzelfde

    zeggen de jongens. We verwarren moed met het luipaardkostuum, applaus

    is de zoveelste oefening in slagvaardig zijn, het sociale project dat we werden

    wanneer mogen we naar huis. Voor deze woorden heb je geen uiterlijk nodig.

    We zien het meisje en we zijn niet te laat om het op te lossen, zolang

    we het kunnen oplossen zijn we esthetisch terugvorderbaar, gewenst zelfs

    je wordt echt niet lelijk. We halen uit en dan kan het aanbidden beginnen.

    Strandt dit gesprek op levensstijl? Krijgt de geest van de bloem de klap, wie claimt

    deze ontdekking, mag je jezelf kreukvrij in een zak tuinaarde proppen, de vraag

    of je bestaat blijkt telkens vooral bij je eigen hand te horen.